De makkelijkste uitleg van beelddenken is (voornamelijk) denken in plaatjes en filmpjes in plaats van in taal.
Een beelddenker blijf je je hele leven.
Tegenover beelddenken staat taaldenken.
Taaldenkers denken in taal en nauwelijks in plaatjes en filmpjes.
Sommige kinderen denken heel sterk in beelden maar er zijn ook kinderen die heel goed in beelden en in taal kunnen denken.
Een baby denkt nog niet in taal. Hij leert via zijn zintuigen. Hij hoort, ziet, ruikt, voelt en proeft. Hij hoort de mensen om zich heen praten, papa, mama, zusje, broertje, opa, oma en zo leert hij de klanken die hij voelt, proeft, ruikt en ziet. Op ongeveer de leeftijd van 4 jaar ontwikkelt er zich al een voorkeur voor auditief (taal, luisteren, horen, klanken, denken) of visueel (kijken, zien, beelden, plaatjes, film, doen).
Op ongeveer 12 jarige leeftijd ligt de voorkeur vast en is jouw manier van leren voornamelijk via taal of voornamelijk via beeld.
Een mix van beide kan ook.
Een beelddenker is snel afgeleid en heeft vaak moeite met:
Leren lezen. Vooral het leren van de afzonderlijke letters/klanken en het goed luisterren naar zinnen, woorden en klanken.
Tijd
Je beseft niet altijd hoe lang iets duurt en hoeveel tijd er nog over is snel verbaal reageren of vragen beantwoorden Je hebt tijd nodig om je gedachten om te zetten van beeld naar taal en andersom.
Organiseren van dingen en omgeving Vooral het op de juiste volgorde zetten van gedachten en handelingen
Instructie
Zoals het klakkeloos opvolgen van opdrachten, zonder te weten waarvoor
Details
Je ziet niet automatisch de verschillen Spelling en interpuctie (leestekens) Je ziet alleen het beeld bij het woord, niet het woord zelf; daarom moet je iedere keer opnieuw 'beluisteren' hoe het klinkt
Automatiseren
Stampen werkt niet, je wilt begrijpen!
Regels
Je wilt/voelt/weet dat het ook anders kan en het 'voelt' als gevangen